Geslacht van zelfstandige naamwoorden:algemeen in de Spaanse taal

Spaanse zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk of vrouwelijk, met uitzondering van een paar zelfstandige naamwoorden van onbeslist geslacht die worden vermeld. De hele kwestie van het geslacht van Spaanse zelfstandige naamwoorden wordt duidelijker als we ze in twee groepen verdelen:
(A) Zelfstandige naamwoorden die verwijzen naar mensen en naar enkele bekende dieren.
(B) Zelfstandige naamwoorden die verwijzen naar levenloze dingen, naar planten en naar de dieren die niet zijn opgenomen in groep A.

 

Groep A: geslacht van zelfstandige naamwoorden die verwijzen naar mensen en naar enkele dieren

Zoals je zou verwachten, zijn zelfstandige naamwoorden die mannen aanduiden mannelijk, en zelfstandige naamwoorden die naar vrouwen verwijzen, zijn vrouwelijk, dus el hombre ‘man’, la mujer ‘vrouw’, el toro ‘stier’, la vaca ‘koe’. Deze regel geldt voor bijna alle mensen, maar slechts voor een paar dieren
Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden in groep A is in het Spaans logischer dan in het Frans, waar het mannelijke zelfstandig naamwoord le professeur naar een vrouw kan verwijzen. Vormen als la recluta ‘rekruteren’, la centinela ‘sentry’ werden in het verleden toegepast op mannen, maar we zeggen nu el recluta, el centinela voor een man en la recluta, la centinela voor een vrouw.
Uitzonderingen: enkele zelfstandige naamwoorden met een vast geslacht, zoals la víctima of la celebridad, kunnen verwijzen naar mannen of naar vrouwen (1) Merk op dat meestal de mannelijke meervoudsvorm van deze zelfstandige naamwoorden wordt gebruikt voor groepen van gemengd geslacht: los gatos = ‘katten’ evenals ‘tom cats’, mis tíos = ‘mijn tante(s) en oom(s)’ evenals ‘mijn ooms’, los padres = ‘ouders’ en ‘vaders’

 

Speciale formulieren voor mannen en vrouwen

Net als in het Engels hebben sommige zelfstandige naamwoorden speciale vormen voor het mannetje en voor het vrouwtje en moeten ze apart worden geleerd. De volgende lijst is niet uitputtend:

el abad/la abadesa           abt/abdis el barón/la baronesa                 baron/barones
el actor/la actriz                 acteur actrice el caballo/la yegua                      hengst/merrie
el león/la leona                    leeuw/leeuwin el marido/la mujer                      man/vrouw (of vrouw)
el carnero/la oveja*           ram/ooi (of schaap) el padre/la madre                       vader/ moeder
el conde/la condesa             graaf/gravin el príncipe/la princesa                 Prins / prinses
el duque/la duquesa            hertog/hertogin el rey/la reina                              koning /koningin
el elefante/la elefanta          olifant el sacerdote/la sacerdotisa            priester/priesteres
el emperador/la emperatriz               keizer / keizerin el toro/la vaca*                                stier/koe
el gallo/la gallina*                             haan/kip (of kip) el varón (menselijk) of el macho (dieren)/la hembra       man / vrouw
el héroe/la heroína                             held/heldin (of heroïne)

 

 

 

 

Leer de Spaanse taal altijd en overal

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *