Deze voegen -a toe, en elk accent op de laatste klinker verdwijnt:
el asesor/la asesora adviseur/adviseur | el campeón/la campeona kampioen |
el burgués/la burguesa burgerlijk | el capitán/la capitana gezagvoerder |
el doctor/la doctora dokter | el peatón/la peatona voetganger |
el anfitrión/la anfitriona gastheer / gastvrouw | el profesor/la profesora leraar |
el león/la leona leeuw/leeuwin | el programador/la programadora programmeur |
Voor bijvoeglijke naamwoorden als cortés, preguntón, pillín (1) El profesor/la profesora = ‘middelbare school of universiteitsleraar’, el maestro/la maestra = ‘leraar basisonderwijs’, hoewel het in Spanje tegenwoordig de mode is om ze allemaal te noemen professoren/als. Een Britse professor is un/una catedrático/a.
Vrouwelijk van zelfstandige naamwoorden in Groep A waarvan de mannelijke vorm eindigt op a
Deze veranderen niet:
el/la artista artiest |
el/la astronauta astronaut |
el/la atleta atleet |
el/la brigada (ruwweg) onderofficier in de el/la policía politieagent/vrouw |
Marine, luchtmacht of burgerwacht |
el/la cabecilla leider |
el/la colega collega |
(1) El modisto voor el modista ‘mannelijke modeontwerper’ wordt in Spanje gehoord: todo las separa … incluso los modistos (El Mundo, Sp.) ‘alles staat tussen hen in … zelfs modeontwerpers’. De Academie (DPD, 441) accepteert het, maar Seco en El País wijzen het af. La modista betekent ook ‘naaister’.
(2) In Spanje zijn guardias en policias niet hetzelfde. De Guardia Civil houdt zich bezig met politie op het platteland, grenzen, enz. De Policía Nacional houdt toezicht op stedelijke gebieden, en er zijn ook gemeentelijke en regionale politiediensten zoals de Baskische Ertzaintza en de Catalaanse Mossos d’Esquadra. Latijns-Amerikaanse republieken kunnen ook complexe politiesystemen hebben.