Concrete zelfstandige naamwoorden zijn zelfstandige naamwoorden die fysiek bestaan (dat wil zeggen, je kunt ze zien of aanraken).
Abstracte zelfstandige naamwoorden zijn zelfstandige naamwoorden die geen fysiek bestaan hebben (d.w.z. je kunt niet zien of
raak ze aan).
Concrete zelfstandige naamwoorden | Abstracte zelfstandige naamwoorden |
livre | boek | bonheur | blijheid |
maison | huis | connaissances | kennis |
ordinateur | computer | joie | vreugde |
vache | koe | tristesse | droefheid |
Over het algemeen gaan alle zelfstandige naamwoorden in het Frans, inclusief abstracte zelfstandige naamwoorden, vergezeld van
het bepaald lidwoord.
Tout le monde cherche le bonheur. Iedereen zoekt geluk.
En vieillissant, la mémoire diminue. Het geheugen verslechtert naarmate we ouder worden.
Maar als het abstracte zelfstandig naamwoord een complement heeft, wordt ook in het Engels een bepaald lidwoord gebruikt:
Le design des meubles suit les modes. Het ontwerp van meubels volgt de mode.
‘Tel’ zelfstandige naamwoorden en ‘massa’ zelfstandige naamwoorden
In de volgende zinnen:
Virginie avait plus de pommes que Jean-Charles. Virginie had meer appels dan Jean-Charles.
Virginie avait plus de tact que Jean-Charles. Virginie had meer tact dan Jean-Charles.
Het zelfstandig naamwoord pommes is te tellen en staat in het meervoud. Dit type zelfstandig naamwoord heet
‘telbaar’ of ‘tel’ en kan zowel in het enkelvoud als in het meervoud worden gebruikt.
Het zelfstandig naamwoord ‘tact’ daarentegen duidt een entiteit aan die niet kan worden geteld (u
kan geen *twee ‘tacts’ hebben), en staat in het enkelvoud. Dit type zelfstandig naamwoord wordt ‘niet aftelbaar’ of ‘massa’ genoemd en heeft meestal geen meervoudsvorm.
Massa-zelfstandige naamwoorden duiden vaak stoffen aan: bois (hout), café (koffie), lait (melk), sel
(zout). Deze zelfstandige naamwoorden kunnen in het meervoud worden gebruikt, maar in dit geval verandert hun betekenis: trois
cafés = drie kopjes koffie, of drie verschillende soorten koffie
Massa zelfstandige naamwoorden kunnen niet worden voorafgegaan door het onbepaalde lidwoord of een getal. Ze worden voorafgegaan
door andere determinanten zoals het partitieve lidwoord (zie 2.5) du / de la, des en expressions
zoals un peu de en plus / moins de. Je kunt zeggen:
J’ai ajouté du sel / plus de sel / deux pincées de sel dans la soupe. Ik heb wat / meer / twee snufjes zout aan de soep toegevoegd.
maar niet
*J’ai ajouté deux sels dans la soupe. *Ik heb twee zouten aan de soep toegevoegd.